Het gonst van de geruchten in Sofia, de berichtgeving is verward. Dát het kabinet Oresharski gaat vallen is wel duidelijk, maar waarover, wanneer en hoe?
Oppositiepartij GERB heeft een motie van wantrouwen liggen, gericht op de fiscale politiek. De tot nu toe gedogende Ataka heeft gezegd daar voor te zullen stemmen, maar dat geeft geen meerderheid. Sterker nog: vanochtend, donderdag 12 juni, zou de motie in stemming worden gebracht maar er was geen quorum in het parlement.
Daar komt een inhoudelijk probleempje bij. Alles wat het kabinet Oresharski doet wordt geregisseerd vanuit het ‘plenum’ van de Bulgaars Socialistische Partij. Die partij zou dan dus tegen zijn eigen beleid moeten stemmen.
Daar heeft oppositieleider (en voormalig premier) Borisov iets op gevonden: ‘juzjen potok’, ‘zuidstroom’ in het Nederlands. Dat gaat over de Russische gasleiding waarvan de voorbereidingen onder druk van de Europese Commissie zijn stil gelegd.
De behoorlijk pro-Russische BSP is een warm voorstander van deze gasleiding. Ergens wel begrijpelijk: Bulgarije is nu ook al afhankelijk van Russisch gas, alleen loopt de leiding via Oekraïne. Als de ruzie tussen Rusland en Oekraïne weer uit de hand loopt en Putin de gaskraan weer dichtdraait, komt Bulgarije letterlijk weer in de kou te zitten.
Door dit onderwerp aan de motie van wantrouwen toe te voegen krijgt de BSP een inhoudelijk argument waar ze voor kunnen stemmen.
Intussen heeft president Plevneliev de partijleiders bijeen geroepen om een nieuwe verkiezingsdatum te prikken. Dat overleg staat gepland voor dinsdag.
Er zijn dus twee scenario’s mogelijk: of er wordt morgen, vrijdag de dertiende(!), een motie van wantrouwen aangenomen, of de president vraagt de premier dinsdag zijn ontslag aan te bieden.
Intussen gaan wij Nederlanders ons nog een tijdje verbazen over hoe het mogelijk is dat er bij een kabinetscrisis het parlement leeg blijft.
Willem Geldof 