Toen ik afgelopen maandag me stond uit te sloven bij medisch fitness voelde ik het weer. Plotseling krachtverlies in mijn rechterbeen, wat ook snel weer over ging. Ik maakte me geen zorgen: ‘Het zal wel weer een kleine TIA zijn’ (een herseninfarct zonder blijvende gevolgen), dacht ik.
Mijn vrouw Bernadette dacht daar anders over. Ze hoorde me stamelen, mompelen en stotteren, zag mijn mond scheef hangen en twijfelde geen moment: ze belde de huisartsenpost. Daar werd ook niet getwijfeld, binnen een kwartier stonden er twee ambulancebroeders voor de deur. Ik werd op en brancard gelegd, in een ambulance geschoven en we reden naar het AMC.
Ik werd gelijk naar een scanner gereden, kreeg wat contrastvloeistof ingespoten en een uurtje later kreeg ik de diagnose: een forse bloeding in de rechter hersenhelft. Het was een wonder hoe goed ik er aan toe was, vond de neuroloog. Wel moest ik opgenomen worden ter observatie. Dat was de eerste 24 uur niet zo leuk omdat het protocol voorschreef dat ik elk uur wakker gemaakt moest worden om te controleren of ik nog aanspreekbaar was en moeilijke vragen kon beantwoorden zoals: ‘Weet u waar u bent’ of ‘Welke dag is het vandaag’ of ‘ Hoe heet onze koningin’? Dat laatste lijkt een strikvraag want ik was geneigd te denken: ‘We hebben een koning’ maar al snel realiseerde ik me dat de goede man getrouwd is en we nu een koning én een koningin hebben. Wat een luxe.
48 Uur later, op woensdag, was ik nog steeds stabiel en kreeg ik het voorstel om naar het Kennemer Gasthuis in Haarlem-Schalkwijk te gaan, ze hadden het bed hard nodig maar ik moest nog wel een tijdje ter observatie opgenomen blijven. Ik ging akkoord al was het maar omdat ik dan weer een ritje in de ambulance kreeg.
Zo’n ziekenhuisopname is eigenlijk best leuk, zeker als je het ziet als een luxe hotelvakantie. Ontbijt op bed, lunch, avondeten en tussendoortjes ook allemaal op bed dat ook nog eens elke dag verschoond wordt, een televisie boven je bed en heel lief en vriendelijk personeel (al zijn daar helaas enkele uitzonderingen op). Een nadeel is wel dat je je kamer moet delen. In Amsterdam lag ik op een zaal met tien personen, waaronder mijn buurman Herman, die maar niet wakker wilde worden. In Haarlem had ik drie kamergenoten, waaronder een dame met een gebroken enkel dus wat die op de afdeling neurologie deed is mij een raadsel.
Het werd vrijdag en ik sprak achtereenvolgend met een ergotherapeute, een logopediste, een fysiotherapeute en een revalidatie-arts in opleiding en ze vonden alle vier dat ik wel naar huis kon. Dat vond ik maandag al maar ja, wie ben ik. In ieder geval kreeg ik ontslag uit het ziekenhuis. Het voelde als een promotie.
Samenvattend ben ik een enorme mazzelpik: een forse hersenbloeding zonder blijvende gevolgen.
Alleen die hoofdpijn, die is wel vervelend.
-
Meest recente berichten
Archief
- mei 2017
- juni 2016
- oktober 2015
- april 2015
- januari 2015
- december 2014
- november 2014
- oktober 2014
- september 2014
- augustus 2014
- juni 2014
- mei 2014
- april 2014
- maart 2014
- februari 2014
- januari 2014
- december 2013
- november 2013
- oktober 2013
- september 2013
- augustus 2013
- juli 2013
- juni 2013
- mei 2013
- april 2013
- maart 2013
- februari 2013
- januari 2013
- december 2012
- november 2012
Categorieën
Meta